Zoveel te doen.. - Reisverslag uit Drumheller, Canada van Bert en Mieke - WaarBenJij.nu Zoveel te doen.. - Reisverslag uit Drumheller, Canada van Bert en Mieke - WaarBenJij.nu

Zoveel te doen..

Blijf op de hoogte en volg Bert en Mieke

23 Augustus 2016 | Canada, Drumheller

Gistermiddag, tijdens onze rit naar Drumheller, hoorden we op de radio (we zijn uit de bergen en hebben ontvangst) dat er
voor vandaag en morgen regen voorspelt wordt. Over die radio ook nog een verhaal, maar dat later.
Nu kijken we uit het raam en zien bewolking, soms zon en het waait nogal. Het waait zelfs zo hard, dat we er wakker van zijn
geworden, een fenomeen dat we niet eerder meegemaakt hebben.

Tot nog toe mogen we eigenlijk niet klagen over het weer. De dag dat we de camper in ontvangst hebben genomen was slecht en
de 2 dagen erna hebben we af en toe regen gehad, maar daarna is het altijd goed geweest. Met zeer positieve uitschieters in
Vernon en Kamloops. Daar hebben we de 30+ aangetikt. De aankomst in Mount Robson bracht ons weer naar normale temperaturen
van een graadje of 23. 's Nachts lekker fris en overdag zonnig en droog.

We verheugen ons nu over het feit dat het droog is en besluiten de planning van gisteravond om te gooien. We hadden bedacht binnen
activiteiten te gaan doen, maar die stellen we uit.
Op de kaart hebben we gezien dat er hier ook Hoodoos zijn, die moeten we zeker gaan bekijken. Kunnen we een vergelijkend
Hoodoo onderzoek houden. Banff of Drumheller, wie krijgt de beker voor mooiste Hoodoo?

Aangezien hier in Canada afstanden relatief zijn en we toch zunige Hollanders zijn, bezoeken we eerst de bezienswaardigheden
aan die kant van Drumheller waar we nu zijn.
Bert start Zwabberich op en deze gromt van plezier, hij mag weer rijden. Je zou zeggen dat er toch eens een protestactie komt
van het vehikel, maar nee hoor, rijden is zijn lust en leven. We groeten onze mede-campers en dan draait Bert de parkeerplaats
af. We are on the road again. Het uitzicht is bijzonder. We rijden in een vallei, waarin de Red Deer River stroomt. De wanden
van deze vallei worden niet gevormt door bergen, maar steile hellingen en deze zijn laagje voor laagje, elke keer een andere kleur,
opgebouwd. De topping is een laag gras.


Na een kleine 7,5 kilometer wordt er een suspencion-bridge aangekondigd, die willen we natuurlijk ook zien. Na ons bezoek aan de de Crazy Creek,
smaakt het naar meer.
Er is niemand te zien. Zijn we de eersten? Yes, maar niet lang, de volgende toeristen komen er al aan rijden.
We lopen snel naar de brug, dan krijgen we hem nog "leeg" te zien. Deze is er een van een andere orde, dan die in Crazy Creek.
Er staat een waarschuwingsbord: Swaying is strictly prohibited en er mogen maar 20 pers. max op.
Nou, deze krijgt Mieke echt niet aan het swayen ook al had ze het graag, het ding is 117 meter lang.
In 1931 is de originele brug gebouwd, hij werd tot 1957 gebruikt door de mijnwerkers in deze regio. In 1958 heeft de regering van
Alberta besloten hem te herbouwen, onderhouden en open te stellen voor publiek om het Miningwork in ere te houden.
Wij vinden het geweldig, we lopen over een metalen roosterachtige vloer naar de overkant van de Red Deer River. Deze stroomt zo'n
4 meter onder ons door, we vragen ons af wat mensen met hoogtevrees hiervan vinden.
Als we over de reling kijken denken we dat er aliëns in het water drijven, we schudden ons hoofd, neh. Dat was vast een fotomorgana.
Aan de overkant aangekomen klimmen we op een heuvel, zien er nog wat overblijfselen uit de mijnwerktijd, maken wat foto's en
gaan terug naar den Zwabberich. Er staat nog meer moois(hopen we) op het programma.

Na nog eens 7,5 km rijden zien we de volgende bezienswaardigheid aangekondigt, de Hoodoos. Ze liggen een eindje van de weg en hier zijn we
beslist niet de eersten die aankomen. Bert kan Zwab nog net op een stukje zand kwijt.
We hadden verwacht de HD's al te kunnen zien vanaf de weg, maar wat schetst onze verbazing, er zijn ook kleine HD's.
Ze zijn eigenlijk niet echt klein, misschien tussen de 2 en 4 meter. Die in Banff waren toch een meter of 10
(misschien meer) groter. Maar deze hebben van die mooie gekleurde sedimentlaagjes. We reiken geen beker uit, want te verschillend en
ieder op zijn eigen manier mooi.

Ook zien we veel mensen met berggeiten-dna, der wordt hier geklauterd dat het een aard heeft. Een enkeling heeft in Mieke's ogen zelfs
een ware doodswens. Bert hoort hoe een vrouw naar haar man roept dat hij moet uitkijken, maar dan in dezelfde zin nog aangeeft
dat er iemand nog hoger dan hem is geklommen en dat wel een leuke foto opleverd. Wat wil ze nou?
We maken nog wat foto's, klimmen enthousiast een beetje met de menigte mee(niet te gek hoog) en laten dan de Hoodoo's, de Hoodoos.
Het is nog steeds droog, al waait het steeds harder en ziet de hemel er af en toe zeer dreigend uit, dus op naar de Atlas kolenmijn.
Om het mooi in verhouding te houden moeten we hier ook 7,5 km voor rijden.

Na een kwartiertje zien we het terrein van de mijn liggen. Bert draait Zwabberich zwierig op de parkeerplaats, plek genoeg.
Er staan wat auto's en er lopen wat mensen, maar het is niet zo druk als bij de Hoodoo's.
Het museum begint al op de parkeerplaats. We dwalen tussen karretjes, werktuigen en wat gebouwtjes. Er staat een hoge toren
met een soort van vliegtuigslurf, die naar de berg loopt, eraan. Op weg er naartoe worden we erop geattendeert dat we moeten betalen om de bonken roest te
mogen bekijken. Aangezien we niet de boeken in willen als zwartbezoekers (kolenmijn) gaan we onze financiële verplichtingen afhandelen.
Eén van de kleine gebouwtjes is ingericht als geld/info-verzamelpunt. Wat jongelui hier geven informatie over de te volgen guided tours.
Wij kiezen de tunneltour, Bert heeft gezien dat we dan de mijn ingaan, rekenen het verschuldigde bedrag van $ 52,50 af en mogen over 20 minuten naar de wasruimte.
Daar zal Gaby ons opwachten.

Over het terrein lopend hebben we het er met elkaar over dat de prijzen voor het een en ander hier behoorlijk aan de maat zijn, nu zijn we niet echt op
de hoogte van de actuele toegangsprijzen in Nederland, dus misschien zijn we te hard in ons oordeel.
Ook knijpen we in ons handjes, het weer is ons nog steeds goed gezind.

Op de afgesproken tijd vervoegen we ons in de wasruimte, helaas geen jacuzzi of stoombaden voor ons, maar een ruimte waar we allebei van denken
dat deze in een bepaalde tijd van de vorige eeuw gebruikt werd om een bepaalde bevolkingsgroep om zeep te helpen. Gauw eruit.

Gaby neemt ons mee naar een lokaal waar we uitleg krijgen over de spullen die we dadelijk op ons hoofd en om ons middel meedragen. De volwassenen mogen allen
een veiligheidshelm op en een riem met accu eraan mee, de kid's krijgen een helm met een lampje erop. Er wordt een rondvraag gedaan over de herkomst van de bezoekers, ze blijken allen uit
Canada te komen, behalve ondergetekenden. Canada for the win.
We horen dat onze entreegelden worden gebruikt om deze site verder te restaureren. Op slag hebben we al een beter gevoel bij de betaalde som.

Gaby geeft een demonstratie over de mijnwerkerslampen uit het pre-batterijentijdperk, toen werkten ze met carbidlampen. Hij maakt met water en wat carbidpoeder
een mengseltje wat gas vormt, de kid's mogen het carbidgas proeven. Dappere koters.
Dan steekt hij de lamp aan. De 1e keer met een aansteker en daarna met de mijnwerkersmethode, de lamp afdekken met je hand en deze dan op een bepaalde
manier wegtrekken. Dan ontbrandt het gas vanzelf, het lukt niet zo 1,2,3 en dan ineens brandt de lamp... en Gaby zijn hand. Kid's do not try this at home.
We vragen of ze hier ook aan carbidschieten doen, hij heeft er van gehoord, maar nog nooit gezien of gedaan. Je ziet hem denken, crazy Dutch people.
Na nog wat wetenswaardigheden verteld te hebben, mogen we ons een gordel omhangen en een helm opzetten, we gaan de Tipple in.

Dat blijkt de hoge toren te zijn die we eerder bij onze aankomst al gezien hadden, we gaan een trap op, een deur door en staan in de Tipple.
De steenkoolbrokken die door de mijnwerkers werden gedolven kwamen via een lopende band (in de slurf) hier terecht en werden dan gesorteert
en verder in wagons gemikt. Het gruis wat overblijft gooiden ze een eind verder op het land.

Gaby verteld wat leuke verhalen over ene Victor, een mijnwerker die op zijn 1e dag door de oudgedienden in de maling wordt genomen. Hij overleeft
b.v. een rit op de lopende band naar de Tipple alleen maar doordat het sorteersysteem van de kolen hem te groot vindt en uitspuugt.
De kinderen in het gezelschap vinden het prachtig. We klimmen verder door de slurf omhoog naar het begin van de band.
Daar stappen we naar buiten en hebben een prachtig uitzicht over de Red Deer River en de vallei. Er wordt meteen een fotoshoot gehouden.
We horen dat de Red Deer River niet bepaald de schoonste rivier is. Mieke vraagt of de vennetjes met dode boompjes, die we langs de kant van de weg zien,
hiermee van doen hebben. Yes, that's right. Omdat er hier olie in de grond zit (we vermoeden het al, vanwege de ja-knikkers die overal in het veld te zien zijn),
is de boel redelijk verontreinigd. En het kolengruis wat zo mooi over het land verspreid is, schijnt van tijd tot tijd tot zelfontbranding te komen, Gaby
raad af om er doorheen te lopen, tenzij je een tsjakka aanhanger bent.

In 1979 is de mijn gesloten en de toegang is toen, middels explosieven, gedicht. Er is een stukje van zo'n 15 meter weer opengemaakt en daar
mogen we nu een kijkje nemen. Bert is teleurgesteld, hij meende dat er een groter stuk bezichtigd kon worden en baalt redelijk dat dit niet kan.
Nu mogen we de berg af en onze mining-gear terug inleveren bij de wasruimte. We bedanken Gaby voor de entertaining tour, hij heeft ons toch
nog zo'n anderhalf uur weten te vermaken.

Al zwervend over het terrein bekijken we de verschillende gebouwtjes. Er werden lampen uitgegeven, smederijwerk uitgevoerd, administraties bijgehouden
en werkers gehuisvest en nog veel meer zaken die we niet allemaal kunnen benoemen.
Dan komt 'het' waar we al voor gewaarschuwd waren, het begint te stippelen. Bert moet nog een sanitaire stop maken en Mieke gaat rechtstreeks naar de RV.
Ze staat net binnen en dan komt het met bakken uit de hemel, de paraplu's zijn nergens te vinden en Bert heeft pech. Mieke was hem anders op gaan
halen bij de washrooms, nu wordt Bert getrakteert op een koude douche.
Gelukkig is er warme koffie met een heerlijke muffin, yeah Wall-mart.
Nu dan toch maar die binnen activiteit opzoeken. Tyrell Museum here we come.....

To be continued.



Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bert en Mieke

Actief sinds 14 Feb. 2016
Verslag gelezen: 383
Totaal aantal bezoekers 17564

Voorgaande reizen:

01 Mei 2019 - 30 Mei 2019

the golden oldies are on the move again

14 Februari 2016 - 14 Februari 2016

Rondtrekken in Canada

Landen bezocht: